Een klein jubileum: 10 jaar geleden schreef ik de eerste versie van een roman over de geschiedenis van een Amsterdamse politieman in de tweede wereldoorlog. Het verhaal is deels gebaseerd op het leven van mijn grootvader. Hij was aan het begin van de oorlog nog gewoon brigadier, maar volgde onder het regime van de bezetter een opleiding tot onderofficier bij de Staatspolitie. Die Staatspolitie was indertijd een idee van de bezetter. Na de oorlog is hem zijn deelname aan de cursus verweten, hij werd in rang teruggezet. Hare majesteit sprak over hem haar Ontevredenheid uit. Een van zijn twee zoons, de enige broer van mijn vader, kwam tegen het eind van de oorlog bij een verzetsgroep terecht. De groep werd verraden en bij een represaille een paar maanden voor de bevrijding werden alle leden gefusilleerd. Daarover sprak hare majesteit haar Grote Dankbaarheid uit. Zo is nu ook de titel van mijn zoveelste versie van het manuscript: Ontevreden en Dankbaar. Over een eerdere versie, toen onder de titel “Daar praten we niet meer over”, schreef uitgeverij Compaan in 2011: “Dit is een groots opgezet epos over keuzes waarmee een politieman in bezettingstijd wordt geconfronteerd. Een boeiend thema, uw kennis van de materie en uw vermogen die kennis om te zetten in een reeks gebeurtenissen draagt beslist bij tot de leesbaarheid van dit verhaal, evenals uw beheersing van de taal.” Toch vonden ze te weinig persoonlijke beleving in de geschiedenis, waardoor die voor een roman onvoldoende psychologische diepgang kreeg. Met dank aan dit commentaar geef ik aan dit aspekt in mijn huidige versie extra aandacht. Ik merk hoe moeilijk dat is en ik geloof dat dat komt doordat de “grote” geschiedenis waarin mijn hoofdpersoon is geworpen inderdaad zo groot is dat het “gewone” huiselijke leven er bij in het niet valt. Een goed voorbeeld van hoe je met die moeilijkheid om kan gaan is het boek dat ik onlangs op aanraden van Marre van Dantzig las, “De man van Tsinegolde”, geschreven door Alexandra Terlouw-van Hulst. Een prachtig boek waarin de gebeurtenissen verteld worden vanuit het perspectief van de drie kinderen in het gezin van Tsinegolde, meisjes van 8,7 en 5 jaar oud. Al in eerdere versies heb ik ervoor gekozen mijn verhaal te vertellen vanuit het perspectief van de politieman Herman Hoogenbosch. In de huidige versie heeft hij zich, zover ik dat zelf kan beoordelen, ontwikkeld tot een volwaardige romanfiguur. Als het me nu ook nog lukt het persoonlijke in deze geschiedenis de psychologische diepgang te geven die het verhaal tot een roman maakt, dan heb ik straks een historische roman in de aanbieding over een Amsterdamse politieman in de tweede wereldoorlog.
0 Comments
|
auteur, scenarioschrijver, regisseur van eigen werken over het algemeen een vrolijk persoon Archives
April 2018
Categories |